Het voorjaar hangt nu dan voorzichtig in de lucht. Na voor mijn gevoel een veel
te lange grijze en nare periode komt de lente er nu dan eindelijk aan. Op
moment van schrijven naderen we de maand Mei. Een maand waarin we als kerk
2 feesten mogen vieren. Natuurlijk het Pinksterfeest, de komst van Gods Geest.
Een feest wat nadrukkelijk in de belangstelling staat van gelovigen en met tal van
vieringen en conferenties is omgeven. Een aantal dagen eerder vieren we
Hemelvaart, in mijn beleving toch een vaak wat naar achteren geschoven feest.
Veel kerken staan er niet eens meer bij stil.
Vandaag wil ik even met jullie mijmeren over de Hemelvaart van onze Heer Jezus. Want waarom is de Here Jezus eigenlijk naar de hemel gegaan? Was het niet veel mooier geweest als Hij na Zijn grote overwinning op zonde en dood hier was gebleven om als Grote overwinnaar te regeren? Dat je gewoon, als je Hem iets zou willen vragen even langs had kunnen gaan bijvoorbeeld. Jazeker zal het eenmachtig gezicht zijn geweest om de Here Jezus zo naar de hemel te zien gaan. Natuurlijk is de belofte van Jezus dat Zijn leerlingen kracht zullen ontvangen om te getuigen heel mooi en de belofte van de engelen dat Jezus weer terug gaat komen is geweldig. Maar zullen de leerlingen, toen ze terugliepen naar Jeruzalem ook niet het idee hebben gehad dat ze alleen gelaten zijn? Dat Jezus hun in de steek geeft gelaten?
De Koning zit in de hemel. Wat heb je aan een Koning zo ver weg? Was het niet
veel handiger geweest als Jezus gewoon was gebleven? Wat doet Jezus eigenlijk
in de hemel? Is Hij daar aan het uitrusten van Zijn werk hier op aarde? Kijkt Hij af
en toe eens naar beneden om te kijken hoe wij het hier doen? Hoe lang blijft Hij
daar nog?
Het antwoord op die vragen vinden we in het boek Openbaring. De hoofdstukken
4 en 5 van het boek openbaring gunnen ons een kijkje in de Hemelse Troonzaal
en daar zien we de Here Jezus druk aan het werk. Op een gegeven moment
wordt de aandacht van Johannes getrokken tot Hem die op de troon zit. Hij
houdt in Zijn rechterhand een boekrol. De boekrol die Johannes ziet is helemaal
vol geschreven. Niet alleen aan de binnenkant, maar ook aan de buitenkant is de rol compleet beschreven. Deze boekrol is niet zomaar te openen, met zeven lakzegels is de rol verzegeld. Om de boekrol te lezen moet je die zegels één voor één verbreken. God houdt de boekrol in Zijn hand. In een uitnodigend gebaar om de rol te pakken en te lezen houdt Hij haar voor. De boekrol in de hand van Hem die op de troon zit bevat Gods wereldplan. In die rol wordt beschreven de weg die God gaat met de wereldgeschiedenis. Wat de mensen de eeuwen door moeten meemaken. De voorvallen die beslissend zijn voor het lot van samenlevingen. Gebeurtenissen die de komst van het Koninkrijk zullen aankondigen. Dat staat allemaal in de boekrol op de hand van God.
Dan hoort Johannes een stem met donderend geluid roepen: Wie is waardig de
boekrol te openen en de zeven zegels te verbreken? Maar niemand komt naar
voren. Niemand in de hemel, laat staan op de aarde durft de rol aan te nemen en
de zegels te verbreken om zo Gods plan te voltooien. Wie is waardig genoeg om
dat te doen? roept de engel. Gezocht wordt iemand met een heilig en zuiver
leven. Gezocht wordt iemand met een hart dat afgestemd is op de Heilige God.
Wie is waardig de boekrol te openen? Het schokt Johannes, dat er niemand
komt. Johannes huilt zelfs als niemand naar voren komt om de boekrol aan te
pakken. Het huilen van Johannes is misschien wel een huilen uit schaamte over
de onmacht van de mensheid. Onmacht om nog een weg te vinden uit de chaos,
die we zelf over ons heen halen. Niemand is waardig om de rol aan te nemen.
Is er dan werkelijk niemand, die het kan? Ja, toch! Het blijkt dat er Eén is, die het
kan. Wees niet verdrietig! zegt één van de oudsten tot Johannes. Want de leeuw
uit de stam Juda, de telg van David, heeft de overwinning behaald. Daarom mag
Hij de boekrol met de zeven zegels openen. Johannes kijkt aandachtig en volgt de
vinger van de oudste. Voor de troon, in de kring van de vier wezens en de
oudsten ziet hij iets. Nee, niet die sterke leeuw waarover gesproken werd, maar
een lam. Een geslacht lammetje! Een groter tegenstelling lijkt haast niet
denkbaar. Een leeuw – een geslacht lammetje. Het is de Here Jezus. Een lam, de
grootste van alle machten in hemel en op aarde, de Sterke, die de voltooiing van
de wereld uitvoeren zal, treedt naar voren met in zijn handen de littekens van
het kruis. De wereld geschiedenis en de kerkgeschiedenis wordt geleid door een
offerende priester, die Zichzelf legt op Gods altaar. De wereldgeschiedenis wordt
niet beslist door geweren, tanks en bommen. Niet door beurshandelaren, mensen met veel poen of politieke leiders, zoals Biden, Poetin of Rutte. Alles ligt in de handen van Jezus.
Johannes zag Hem eerst niet. Maar Hij blijkt er toch te zijn, daar in de hemel. De leeuw van Juda. Deze leeuw is alleen leeuw, omdat Hij geen ogenblik aarzelde om Lam te zijn. Op deze plaats, vlak voor de troon van God, kan maar één staan: de Koning met de doorboorde handen. Alleen Hij kan de boekrol die Gods plan zal ontvouwen in ontvangst nemen. Alleen aan de handen van Hem, die zich lietnverbrijzelen voor het leven van de wereld, alleen aan die handen kan het rustig worden toevertrouwd. Het is een lam met zeven horens en zeven ogen. Horens zijn een beeld van macht en van kracht. Zeven horens betekent dat een volheid van Gods kracht in het Lam is samengebald. En de zeven ogen – dat zijn de zeven Geesten van God. Zeven ogen die heel de wereld overzien. Door de volheid van de Geest is het Lam overal en altijd present. Jezus beheerst elke situatie en leidt die tot het grote doel. De voltooiing van de geschiedenis en de definitieve doorbraak van Gods Koninkrijk op aarde.
Dat mag ons moed geven. Deze wereld en ons mensen die erop leven zijn niet
overgeleverd aan de willekeur en grillen van politieke leiders, terroristen en weet
ik wie of wat nog meer. Deze wereld en ons mensen bevinden ons, ondanks
stormachtige gebeurtenissen, in de sterke, capabele en liefdevolle handen van de
Here Jezus. Hij zorgt ervoor dat Gods grote plan wordt uitgevoerd.
Jezus Christus is waardig. Hij mag de zegels verbreken en heeft de geschiedenis en toekomst in Zijn hand. Hij is betrouwbaar, dat heeft Hij met Zijn dood en opstanding bewezen en daarom mogen we vol verlangen naar boven kijken. Uit de wolken waarmee Hij eens is opgevaren zal Hij straks terugkomen. Hij zal Koning zijn en Heerser zijn en regeren met macht en met gerechtigheid. Jezus heeft ons niet alleen gelaten. Hij treft de laatste voorbereidingen. De zegels worden verbroken en weldra, wie weet hoe snel, komt Hij terug en maakt Hij alle dingen nieuw, maakt Hij onze gebroken wereld nieuw en maakt Hij onze gebroken levens nieuw. “Ik kom spoedig” zegt Jezus.
Aan Hem, die op de troon zit en aan het Lam komen de dank, de eer, de lof en
de macht toe, tot in eeuwigheid. Amen.