Voor alles is er een vastgestelde tijd, en er is een tijd voor elk voornemen onder de hemel.
Prediker 3:1

Tijd, daarvan is er in mijn beleving soms veel te weinig. Je valt van de ene activiteit in de andere en voor je het goed en wel beseft is er weer een dag, een week, een maand of een jaar voorbij. Tijdens gesprekken met mensen hoor ik dan ook nog regelmatig de opmerking dat naarmate je ouder wordt de tijd steeds sneller lijkt te gaan. “lieve help, kan het dan nog sneller?” verzucht ik dan wel eens in stilte.

Tijd kan soms snel gaan en je hebt er voor je gevoel soms veel te weinig van. Het is een gevoel wat ook bij onze samenleving past, alles lijkt snel te moeten gaan, alsof er weinig tijd is. Het nieuws wordt in sneltreinvaart flitsend gebracht, opiniestukken in kranten worden kort en bondig gepresenteerd en als je het niet kan twitteren (280 tekens) dan ben je te uitgebreid. Onze agenda’s puilen weer uit van de activiteiten en een afspraak moet vaak al lang van tevoren gepland worden. De schade van een Coronapauze moet weer ingehaald worden lijkt het wel. Als het je lukt om die balletjes in de lucht te houden binnen de tijd die je hebt kan dat veel geluk geven. Als je daar niet in slaagt, kan het een gevoel van druk of zelfs van falen geven. Tijd gaat snel en behalve de drukte van alle dag kan je dat ook bepalen bij de eindigheid van het leven. Als je ouder wordt en steeds meer moet inleveren en het besef dat je aardse tijd op begint te raken dan kan tijd zelfs een erg beklemmend begrip zijn. 

Tijd, we worden er allemaal op de een of andere manier door beheerst. We kunnen enigszins indelen hoe we de tijd gebruiken maar grip op de tijd als zodanig hebben we niet. God heeft die. Voor alles is er een tijd zegt Prediker. Prediker is een rauwe realist die zaken die hij ziet om zich heen duidelijk durft te benoemen. Van de tijd zegt hij dat er voor alles een tijd is. Prediker beschrijft de mooie dingen die we meemaken: baren, helen, bouwen, lachen. Maar ook de moeilijke dingen komen voorbij: sterven, huilen, afbreken, haten. De hele opsomming in de eerste 8 verzen hebben iets willekeurigs. Het zijn dingen die ons overkomen maar waar we soms helemaal geen grip op hebben. De tijd gaat voorbij en we zijn daarin speelbal van de zaken die we meemaken lijkt het wel. Toch is dat niet de conclusie van Prediker. Voor alles is een vastgestelde tijd. Dat wil zeggen: de tijd is door God vastgesteld. Hij bepaalt het begin en het einde. Ons leven is in Gods hand. Voor alles is een tijd: dat wil zeggen: ons leven is in de handen van de trouwe God, die over ons leven waakt en betrokken is op ons leven. Die ontdekking mag ons rust geven in stormachtige tijden en ons troosten wanneer we het moeilijk hebben. 

Die ontdekking mag ons doen beseffen dat de tijd niet van onszelf is maar een geschenk van God. Hoe gaan we dat geschenk benutten: leef bewust. Sta af en toe eens stil en overdenk de dingen die je doet. Er zit maar 24 uur in een dag, ga je daar wijs mee om? Ben je slaaf van de tijd of kun je haar ten zegen benutten? Is er tijd om de dingen die er echt in het leven toe doen te zien: de mensen waar je van houdt, je gezin, onze relatie met God, enz. Dat geschenk van tijd moet wel een geschenk blijven en dus is het belangrijk niet zoveel mogelijk in 1 dag te proppen maar ook van tijd tot tijd eens stil te staan en wat afstand te nemen om te genieten van de tijd die we krijgen. Te genieten zoals ook God deed die na elke Scheppingsdag ging zitten en genieten van wat Hij had gemaakt en zelfs een zevende dag apart zette voor dat doel. 

We gaan de zomer in na een seizoen wat ondanks een plaagstoot van Corona toch vol activiteiten was. We hebben veel meegemaakt met elkaar. Soms erg mooie zaken, soms ook verschrikkelijk moeilijk en verdrietig. Nu is er de zomer; een tijd van rust, van heroriëntatie. Heroriëntatie op God, op de mensen waar je van houdt en op jezelf. Ga genieten van de tijd die God je geeft.

Fokko